Blog Layout

Drie eenvoudige tips om veelgemaakte, beruchte taalfouten te voorkomen

Martijn • nov. 14, 2022

Veel Nederlanders hebben moeite met foutloos schrijven. Of dat nu komt doordat Nederlands een relatief moeilijke taal is, doordat het onderwijsniveau in Nederland langzaam daalt of door een geheel andere reden, feit is dat we onze eigen taal soms maar ingewikkeld vinden. Met deze drie eenvoudige tips kun je ervoor zorgen dat je in ieder geval de meest gemaakte taalfouten voortaan voorkomt.

 

Sterke en zwakke werkwoorden, wel of geen hoofdletter en eindeloze rondjes op ’t kofschip: wie had er vroeger geen hekel aan taalles op de basis- en middelbare school? Ingewikkelde zinnen moest je tot op het bot ontleden om erachter achter te komen of iets nu een lijdend of toch een meewerkend voorwerp was. Pas dan kon je met zekerheid zeggen dat je ‘hun’ moest gebruiken – of toch ‘hen’? Om over het – overigens niet-bestaande – onwelvoeglijk voornaamzetsel nog maar te zwijgen!


In alle ernst: Nederlands is een moeilijke taal. We hebben bijvoorbeeld relatief veel onregelmatige werkwoorden ten opzichte van andere talen. We maken onderscheid tussen mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden, maar dat kun je dan weer lang niet altijd zien aan de hand van het lidwoord. Probeer tot slot maar eens aan een buitenlander uit te leggen wat het woord ‘er’ betekent en wanneer je het moet gebruiken. ‘Er staat een paard in de gang’ is correct, maar ‘in de gang staat er een paard’ niet; dan moet dat woordje ‘er’ verdwijnen. Waarom? Geen idee. Kortom: Nederlands is niet bepaald eenvoudig.


De beheersing van de Nederlandse taal staat onder moedertaalsprekers al een tijdje onder druk. Het leidt ertoe dat steeds meer ouders hun kinderen aanmelden voor bijles Nederlands en dat veel studenten bijspijkercursussen nodig hebben. Tijdens zulke cursussen en bijlespakketten worden eindeloos rijtjes gestampt, grammaticaregels ingebakken en dictees afgenomen. Maar wat nu als je zelf ook regelmatig tegen een taalfout aanloopt, maar geen tijd (of eerlijkheidshalve: zin) hebt om uitgebreide cursussen te volgen. Is er geen sluiproute naar foutloos schrijven?

 

Alle grammaticaregels uit je hoofd leren vaak niet nodig


Het goede nieuws is dat je echt niet alle taalregels uit je hoofd hoeft te kennen om redelijk foutloos Nederlands te kunnen schrijven. Op school is het je wel zo geleerd: eerst de zin ontleden, van ieder woord of iedere woordgroep de functie achterhalen en aan de hand daarvan de juiste spelling van bijvoorbeeld het werkwoord bepalen. Dan moet je dus inderdaad een hoop taal- en grammaticaregels kennen voordat je aan de slag kunt.


Er zijn echter ook andere manieren. Ezelsbruggetjes en ontzettend simpele foefjes. Sommige werken alleen als je moedertaalspreker bent, omdat ze een beroep doen op je taalgevoel. Ze zorgen er niet voor dat je de grammatica beter begrijpt, maar ze behoeden je wel voor veelgemaakte fouten. Drie van die veelgemaakte fouten zijn:

  1. D/t-fouten in werkwoorden;
  2. Zinnen die niet lopen omdat ze te lang zijn;
  3. Hun/hen door elkaar halen.

Benieuwd hoe je die kunt voorkomen? Heel eenvoudig:

 

Tip 1: Voorkom d/t-fouten door het werkwoord even te vervangen door ‘lopen’


De meeste mensen maken d/t-fouten in werkwoorden die van zichzelf al eindigen op een d (zoals ‘worden’) of in werkwoorden die geen ‘ge-‘ krijgen in hun voltooide vorm (zoals ‘verzekeren’ of ‘gebeuren’). Zoals de zin:

Als je op vakantie gaat, moet je je koffers goed verzeker… hebben

Typisch een woord waarbij veel mensen twijfelen tussen een d of een t. Uiteraard kun je de gehele zin ontleden, dan kom je erachter dat ‘verzekeren’ hier een voltooid deelwoord is en dat je dus ’t kofschip moet toepassen: de ‘r’ zit niet in ’t kofschip, dus wordt het een d. Maar wie heeft zin en tijd om die hele zin te ontleden?


De snellere methode werkt als volgt: vervang het werkwoord in kwestie in gedachten even door ‘lopen’ en kijk hoe je het zou vervoegen. Dan slaat de zin inhoudelijk nergens meer op, maar op basis van je taalgevoel weet je direct hoe de vork in de steel zit. Je zou er dan van maken:

Als je op vakantie gaat, moet je je koffers goed gelopen hebben

In ‘gelopen’ zit geen ‘t’, dus moet het een ‘d’ zijn. Dat is de regel. Geen ‘t’? Dan een ‘d’.


Vergelijk met de zin:

Hij verzeker… zijn koffers nooit als hij op reis gaat.

Hij loopt zijn koffers nooit als hij op reis gaat.

Dus: ‘verzekert’ met een ‘t’.

 

Tip 2: Zet punten in plaats van komma’s en maak het jezelf makkelijk


Veel taalfouten ontstaan ook doordat mensen de neiging hebben om lange zinnen te maken. Waarschijnlijk komt dat doordat ze veel informatie willen overbrengen en dat het liefst in zo weinig mogelijk zinnen willen stoppen. Het gevolg is dat er hoofdzinnen ontstaan met bijzinnen. Daardoor wordt een tekst niet alleen minder prettig om te lezen, maar ook onnodig complex.


Elke bijzin heeft namelijk zijn eigen onderwerp en gezegde, dus zijn er in één zin meerdere werkwoordsvormen waar snel een foutje in kan sluipen. Je kunt het jezelf vele malen eenvoudiger maken door elke komma te vervangen door een punt. Tenzij het gaat om een opsomming (Jantje, Pietje en Klaasje) – die komma’s mogen blijven. Haal de rest weg en je zult automatisch veel minder taalfouten maken.

 

Tip 3: Vervang hun/hen zoveel mogelijk door ‘ze’


Is het nu ‘hen’ of ‘hun’? Om te bepalen welke van de twee je moet gebruiken, heb je één van de moeilijkste taalregels van het Nederlands nodig. Zelfs professionele tekstschrijvers moeten hier soms even diep over nadenken. Gelukkig kun je 95 procent van de dilemma’s eenvoudig ontwijken.


Twijfel je tussen hen of hun? Kijk dan eerst of je het woord kunt vervangen door ‘zij’ of ‘ze’. Dus in plaats van:

Ik heb hen/hun mijn advies gegeven.

Schrijf je dan:

Ik heb ze mijn advies gegeven.

Uiteraard lukt dat foefje niet altijd. In sommige gevallen kun je ‘hen’ of ‘hun’ niet vervangen door ‘zij’ of ‘ze’. Het gaat dan vaak om het bezittelijk voornaamwoord ‘hun’:

Dat is hun boot.

In dat geval had je waarschijnlijk sowieso al niet getwijfeld.

Is het geen bezittelijk voornaamwoord, kun je geen ‘zij’ of ‘ze’ schrijven en twijfel je nog steeds? Gebruik dan ‘hen’. Op die manier zit je nagenoeg alle gevallen goed.

 

Zomaar drie ontzettend simpele trucjes waarmee je drie veelgemaakte taalfouten eigenlijk nooit meer hoeft te maken en waarvoor je geen ingewikkelde grammatica hoeft te leren. Het beste nieuws is nog: er zijn nog veel meer van dit soort trucjes voor andere beruchte taalfouten! Wil je daar meer over weten? Neem dan eens vrijblijvend contact met me op!


door Martijn 20 apr., 2024
Na de titel is de inleiding het belangrijkste deel van elke tekst. De inleiding bepaalt of een lezer je tekst gaat lezen en schept verwachtingen, die je dus moet waarmaken. Maar hoe schrijf je een goede inleiding? Wat moet je concreet doen om een optimale inleiding te krijgen? Inleidingen en titels zijn de reden dat veel tekstschrijvers geen tarief per woord, maar een uurtarief hanteren. Over een inleiding van vijftig woorden kun je zo een kwartier tot een half uur doen. Hetzelfde geldt voor een titel van acht woorden. Het zijn bovendien stukjes tekst die een goede tekstschrijver doorgaans meerdere keren aanpast en telkens herziet, totdat het eindresultaat op papier staat. Dat is niet voor niets. Goede inleidingen maken het verschil. Ze zorgen ervoor dat je je lezer binnenhaalt en warm maakt om de rest van de tekst te lezen. Met de titel heb je de aandacht getrokken en de klik – als het digitale tekst betreft – binnengehaald. Nu is het zaak om je lezer zover te krijgen de hele tekst te consumeren. Maar hoe doe je dat? Doel van een inleiding Iedere tekst heeft een onderwerp, een doelgroep en een doel. Dat die drie zaken uit de inleiding blijken – al dan niet impliciet – is meer dan logisch. Dat betekent niet dat je concreet je doelgroep of het doel van je tekst moet benoemen, maar aan je lezers moet je wel helder maken waar je tekst over gaat en wat je als lezer kunt verwachten. In een goede inleiding doe je echter wat meer dan dat. Je wilt je lezer immers binnenhengelen en overtuigen de hele tekst uit te lezen. Dat wil je doen door zijn interesse te prikkelen en iets aan te bieden dat erom vraagt om verder te lezen. Je wilt nieuwsgierigheid kweken. Dat alles maakt het niet zo eenvoudig om een goede inleiding te schrijven, zeker niet in één keer. Maar hoe ga je dan te werk bij het schrijven van een goede inleiding? Daarvoor kun je drie tips toepassen. Tip 1: Schrijf je inleiding als laatste. We zijn geneigd een tekst chronologisch te schrijven: beginnen bij de titel en eindigen bij de conclusie. Voor eenvoudige teksten werkt dat vaak ook wel. Maar dikwijls heb je, wanneer je begint met schrijven, nog niet helemaal scherp hoe je tekst straks is opgebouwd. Daarom werkt het veel beter om je inleiding niet als eerste, maar als laatste te schrijven. Schrijf eerst je hele tekst. Vergeet de inleiding daarbij nog even. Begin gewoon met je verhaal en maak het helemaal af. Ga tot slot terug naar het begin van de tekst: welke inleiding zou je hier nu voor kunnen zetten, die maakt dat mensen deze tekst gaan lezen? Omdat je nu de hele tekst verder al voltooid hebt, zul je merken dat het schrijven van die inleiding veel gemakkelijker gaat. Je zit niet meer minutenlang naar een wit scherm te staren. Dat komt doordat het verhaal nu helder in je hoofd zit – sterker nog: het staat op papier! – en dat maakt dat je er veel makkelijker een passende inleiding bij kunt schrijven. Tip 2: Stel een vraag of maak een concreet statement. In de meeste teksten beantwoord je een vraag of onderbouw je een mening of inzicht. Die vraag concreet stellen, of een boude bewering doen, helpt enorm om je inleiding prikkelend en interessant te maken. Ook als dat statement niet eens het hoofdonderwerp van je tekst is. Stel: je schrijft een tekst over hoe fokprogramma’s voor beschermde diersoorten werken. Een prikkelend statement zou dan bijvoorbeeld kunnen zijn: “ Diersoort X is ernstig bedreigd: wereldwijd is 99 procent van de populatie inmiddels verdwenen. ” Dat heeft op zichzelf nog niets met de inhoud van zo’n fokprogramma te maken, maar het is een duidelijk statement dat vraagt om doorlezen. Zoek dus naar iets dat je kunt neerzetten of vragen in je inleiding, dat maakt dat een lezer besluit: deze tekst ga ik uitlezen. Zie je de concrete vragen die ik zelf in de inleiding van deze tekst gesteld heb? Tip 3: Kort, korter, kortst. Je tekst is natuurlijk ontzettend interessant geworden en zit boordevol waardevolle inzichten. Lekker bezig! En al die inzichten wil je alvast een beetje kietelen in de inleiding… toch? Nee, zo werkt het helaas niet. Korte inleidingen werken goed. Kortere werken beter, en kortste werken het best. Dwing jezelf om je inleidingen in te korten en zo bondig mogelijk te maken. Haal bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden weg. Schrijf actief in plaats van passief. Verwijs nog niet naar bronnen en wees niet te genuanceerd – dat kan later nog wel. Heb je vijf zinnen inleiding op papier staan? Probeer het naar drie à vier terug te snoeien.  Een bonustip in dit verlengde: in veel digitale content lees je verbindingszinnetjes als: “ Hoe dat precies zit, lees je in dit artikel. ” Een enorme dooddoener: uiteraard lees je dat in dit artikel, want anders stond het niet op mijn beeldscherm. Haal dat soort zinnetjes dus sowieso weg – ook als je ze om SEO -redenen hebt gebruikt. Stel in plaats daarvan een interessante vraag, of eindig gewoon met de zin die ervoor stond. Je zult zien dat je ingekorte inleiding direct scherper aanvoelt. Op zoek naar meer schrijftips? Stuur me gerust een berichtje !
door Martijn 13 apr., 2024
Sinds de lancering van ChatGPT zijn er tientallen, misschien wel honderden AI-tools gekomen die teksten genereren. De aanvankelijke verwachting was dat het werkaanbod voor tekstschrijvers daardoor zou opdrogen. In de praktijk gebeurt nu echter het tegenoverstelde. Hoe komt dat? “Geef me tien tips voor het opzetten van een eigen onderneming in Nederland en werk elke tip uit in honderd woorden.” Zomaar een prompt die je aan ChatGPT – of een andere AI-tool die teksten genereert – kunt aanbieden. Het resultaat is een prima uitgangspunt voor een bruikbaar artikeltje dat je op je website zou kunnen plaatsen. Daar heb je dan eigenlijk geen tekstschrijver meer voor nodig. Toch? Toen ChatGPT eind 2022 gelanceerd werd, was dat de verwachting: we gaan de bulk van het schrijfwerk voortaan door AI laten doen, en zelf hoeven we alleen maar aan te vullen, te schaven en te polijsten. De realiteit is dat tekstschrijvers het steeds drukker krijgen – niet ondanks AI, maar juist dankzij AI. Dat heeft alles te maken met drie grondoorzaken: AI heeft bronmateriaal nodig om uit te putten. Als bedrijf, ondernemer of website-eigenaar wil je onderdeel uitmaken van dat bronmateriaal. Dat bereiken is een stuk ingewikkelder dan old school SEO toepassen, waardoor de toegevoegde waarde van een goede tekstschrijver groeit. Ik zal deze drie grondoorzaken kort toelichten. Bronmateriaal voor AI AI verzint niets zelf. Het verzamelt grote aantallen datapunten en combineert die tot één geheel. Als je ChatGPT vraagt naar een gouden tip voor een obscuur restaurant in Rome, dan zal de tool nooit een tip aanleveren die nog niet online staat. Die kan hij immers niet weten, want hij kent Rome helemaal niet. ChatGPT kan alleen analyseren wat er zoal online staat over Rome. AI kan dus alleen functioneren als het bronmateriaal dat online staat, van goede kwaliteit is en bovendien up-to-date wordt gehouden. Als er een nieuw soort verf op de markt komt, zal een mens daarover moeten publiceren voordat ChatGPT het in jouw top-zoveel lijstje over de beste soorten verf kan opnemen. Dat publiceren kan zo’n mens best met behulp van AI doen, maar het initiatief van het ontstaan van deze nieuwe kennis is en blijft mensenwerk. Zeker voorlopig. Word onderdeel van veelgebruikt bronmateriaal Het SEO-spelletje dat we jaren, wellicht zelfs decennia, met elkaar hebben gespeeld, raakt door de AI-ontwikkeling wat achterhaald. Zoekmachines en browsers gaan in de nabije toekomst steeds meer werken op basis van AI-modellen. Als je nu een zoekopdracht invoert in Google, krijg je zoekresultaten aangeboden op basis van SEO (en betaalde resultaten op basis van SEA, maar dat even terzijde). Bedrijven investeren grof geld in SEO omdat ‘op 1 staan’ in Google enorm waardevol is. Het is een garantie op grote hoeveelheden bezoekers op je website. Dat gaat allemaal veranderen. Bedrijven als Google, Microsoft en Apple zijn achter de schermen druk bezig met het implementeren van allerlei AI-tooling in hun diensten. Het gevolg daarvan is onder meer dat onze browse- en zoekervaring op internet de komende jaren sterk gaat veranderen. Het traditionele ‘lijstje met zoekresultaten’ gaat verdwijnen. Browsers gaan je veel meer gepersonaliseerde dashboards met informatie tonen, waarin content vanuit allerlei relevante bronnen voor je is samengeveegd in één overzicht dat helemaal is toegespitst op jouw specifieke situatie, hulpvraag en omstandigheden. Op 1 staan in Google gaat dus verdwijnen. In plaats daarvan wordt het voor bedrijven ontzettend waardevol om door AI-tools opgemerkt te worden en als bronmateriaal gebruikt te worden in de gepersonaliseerde dashboards van de toekomst. Maar hoe doe je dat? Toegevoegde waarde van tekstschrijvers in het AI-tijdperk Stel, over een jaar of drie zoek ik online naar tips over hoe ik mijn eigen badkamer kan verbouwen. Microsoft Copilot (de AI-assistent van Microsoft) of Google Gemini (die van Google) helpen me met mijn zoektocht en verzamelen allerlei praktische tips voor me, toegespitst op mijn situatie. De tool weet dat ik bijvoorbeeld driehoog in Eindhoven woon en dat mijn budget beperkt is. Met gerichte vragen brengt mijn AI-assistent haarfijn in kaart wat mijn wensen en eisen zijn. Daar rolt een mooie verzameling informatie uit die voor mij ontzettend waardevol en relevant is. Uiteindelijk ga ik tot actie over en ga ik mijn badkamer verbouwen. Ik moet dus bouwmaterialen aanschaffen. Waar ga ik dat doen? Bij de partijen die mijn AI-assistent als bron heeft gebruikt om me van al die relevante informatie te voorzien. Dikke kans dat dat de bekende bouwmarkten in de regio Eindhoven zijn. Wil je met jouw bedrijf continu naar voren komen in dit soort AI-gegenereerde dashboards die jouw klanten in de nabije toekomst gaan gebruiken bij hun online zoektochten, dan zul je grote hoeveelheden oprecht waardevolle informatie op je website moeten hebben staan. En laat dát nou het werk van een tekstschrijver zijn. Conclusie: AI is een zegen voor tekstschrijvers Tekstschrijvers krijgen het drukker dan ooit. Elk bedrijf dat online actief is, heeft meer dan ooit behoefte aan waardevolle, kwalitatief hoogwaardige content. Niet meer alleen om op 1 te komen in Google, maar om in de toekomst überhaupt nog zichtbaar te zijn. Het gevolg van dit alles is drieledig: Het volume aan online content neemt exponentieel toe; Er ontstaat meer vraag naar contentmarketing ; De gemiddelde kwaliteit van content die online staat groeit. Het belang van een goede tekstschrijver is nog nooit zo cruciaal geweest. Thanks, ChatGPT!
Share by: