Vijf ‘writing hacks’ van een ervaren copywriter
In mijn carrière als tekstschrijver heb ik al honderden, zo niet duizenden teksten geschreven voor allerlei verschillende klanten en opdrachtgevers. Als je enige tijd in het vak zit, merk je dat je bepaalde trucjes of foefjes continu toepast om je teksten te optimaliseren. Ik noem ze writing hacks, want dat is waar het op neerkomt: een slimmigheidje om goed te schrijven. In deze blog deel ik er vijf.
Een writing hack is iets anders dan een standaard-werkwijze of een methodiek. Dingen zoals je doelgroep bepalen, zoekwoordonderzoek doen en een centrale vraag definiëren: die vallen dus niet in de categorie writing hacks. Daaronder versta ik echt korte foefjes en trucjes die het leven van een professioneel tekstschrijver eenvoudiger maken. En belangrijker nog: die het eindresultaat – de tekst, dus – ten goede komen.
Een goede writing hack kost niet veel moeite maar levert relatief veel op. Het voegt kwaliteit toe aan de uiteindelijke tekst, zonder dat je er veel extra tijd of moeite in hoeft te investeren. Ze hoeven niet voor iedereen goed te werken: sommige van onderstaande writing hacks werken toevallig voor mij heel lekker, maar leveren een andere copywriter wellicht helemaal niets op. Dit is dus geen draaiboek voor perfecte teksten, maar gewoon een vijftal slimmigheidjes dat mij helpt om betere teksten te produceren voor mijn klanten. Komt ie:
1: Verzin drie titels, bewaar de beste. Of laat je klant kiezen.
Titels zijn belangrijk. Het is het eerste dat een lezer ziet en het bepaalt vaak of hij een artikel of blog überhaupt gaat lezen. Een titel moet prikkelen, de lading dekken, uitnodigen tot lezen en een click uitlokken. De titel is vrijwel altijd de zin waar een tekstschrijver over het algemeen het langst over doet.
Bij wat uitvoeriger artikelen stel ik vaak drie titels op. Eentje voordat ik het artikel heb geschreven, eentje halverwege, en de laatste als ik helemaal klaar ben. Een dag later bepaal ik welke het wordt. In sommige gevallen lever ik een tekst in met alle drie de titels erboven, zodat de klant zelf kan kiezen.
2: Schrijf je inleiding, schrap dan de eerste zin. En soms ook de tweede.
Een beroemde writing hack: schrijf je inleiding en kom er daarna achter dat je de eerste zin eigenlijk prima kunt weglaten. Vaak is je eerste zin een open deur, een stukje achtergrondinformatie (dat je ook later in het artikel nog kunt melden) of een andere algemene mededeling. Je tweede zin is vaak een stuk snediger en to the point.
Soms is het zelfs pas de derde zin die écht goed binnenkomt en als een huis staat. Ik ben hier altijd scherp op, omdat een inleiding – net als een titel – bepaalt of lezers verder lezen of direct na de inleiding afhaken. Een goede inleiding is dus belangrijk. Vaak wil je te veel informatie kwijt in een inleiding en kom je op vier of vijf zinnen. Dan kan het helemaal geen kwaad als je de eerste zin, of de eerste twee zinnen, schrapt.
3: Schrijf je inleiding, maak daar dan je tweede alinea van.
Deze lijkt op de vorige writing hack en hij werkt als een trein. Vaak is het schrijfproces ook een soort denkproces. Tijdens het schrijven vallen puzzelstukjes nog op hun plaats en raakt informatie geordend in je hoofd. Dat merk ik vooral tijdens het schrijven van inleidingen. Je bent dan geneigd achtergrondinformatie te geven en een situatie te schetsen. Laat dat nu net iets zijn voor in een tweede alinea.
Ik heb al talloze inleidingen geschreven die ik uiteindelijk integraal naar alinea twee heb geschoven. Pas daarna bleek ik in staat de ‘echte’ inleiding te schrijven. Je moet je tweede alinea vervolgens vaak nog wel wat bijschaven, maar de structuur staat.
4: Laat elke tekst minimaal een dag rijpen voordat je ‘m inlevert.
Ik lever nooit een tekst in die ik net heb afgerond. Ik klap m’n laptop dicht en laat ‘m een dag ‘rijpen’, zoals ik het noem. Het eerste wat ik de volgende ochtend doe, is de tekst (of teksten) van de vorige dag teruglezen en met een frisse blik nog wat bijschaven en corrigeren. Soms corrigeer ik in bijna elke zin nog iets. Kun je nagaan wat je allemaal nog aan onvolkomenheden tegenkomt door die frisse blik.
Ik haal er ook nog weleens taalfouten uit. Of slecht lopende zinnen. Ik kom erachter dat ik iets wat ik in de inleiding benoem eigenlijk helemaal niet meer laat terugkomen. Door afstand te nemen en met frisse energie nog eens in te zoomen, vallen dat soort zaken direct op. Daarna is de tekst helemaal klaar en kan ie worden ingeleverd.
5: Rond het woordenaantal naar beneden af door te schaven.
‘Schrijven is schrappen’ is een bekende slogan. In veel gevallen zit er een kern van waarheid in. Als je écht kritisch bent, kun je in heel veel teksten een heleboel woorden schrappen zonder dat de tekst daar onder lijdt. Lezers zullen je dankbaar zijn: de tekst is korter (en vaak eenvoudiger) geworden en kan dus sneller worden gelezen.
Wat ik vaak doe, is kijken naar het totaal aantal woorden en dat aantal omlaag proberen te schaven naar een mooi, rond getal. Stel dat een afgeronde tekst uitkomt op 1021 woorden, dan probeer ik 21 woorden te schrappen. Dat hoeft niet per se woord voor woord, het kan ook door een zin te herformuleren of woordgroepen te vervangen door een synoniem dat uit één woord bestaat. Ik hoef ook niet per se op die 1000 uit te komen; het gaat om het idee dat je die twintig woorden wilt lozen en scherp kijkt naar waar je nog kunt vereenvoudigen. Het is alsof je je lezer een fooi geeft: ‘Maak er maar 1000 van’.
De ‘dankjewel’ moet je er helaas zelf bij denken...

